Einddatum gericht beleggen met afdekken renterisico
Bij een moderne collectieve beschikbare premiepensioenregeling voor werknemers wordt de beleggingsmix automatisch aangepast naarmate de einddatum (pensioendatum) nadert. Het risico wordt afgebouwd door de portefeuille in aandelen en vastgoed af te bouwen en om te zetten naar obligaties. Er worden daarnaast rentegevoelige beleggingen toegevoegd om een zakkende rentestand richting pensioendatum te compenseren met een waardetoename van de beleggingen. Dit noemt men life cycle beleggen.
Life cycle beleggen
Life cycle beleggen wordt standaard toegepast als de deelnemer geen afwijkende keuze voor beleggingen heeft afgegeven. Vaak kan deze automatische afbouw van het risico ook gekozen worden in een offensievere en defensievere variant. Daarnaast kan de deelnemer ook vaak kiezen voor losse fondsen. Daarmee is de automatische afbouw niet meer actief en moet de deelnemer daar voortaan zelf voor zorgen.
Hoe werken de rentegevoelige beleggingen?
Stel dat de werknemer vlak voor pensioendatum een ‘gewone’ belegging heeft met weinig risico. Hij heeft op enig moment bijvoorbeeld 200 in zijn beleggingspot zitten. Hij heeft een levenslang te verwachten pensioen van 10,0 per jaar. Als de rente nu gaat dalen blijft zijn pot van 200, maar zakt zijn te verwachten levenslang pensioen door de rente naar bijvoorbeeld 9,0 per jaar.
Zit hij in rentegevoelige beleggingen? Dan neemt, door de lagere rente, zijn beleggingspot toe naar bijvoorbeeld 215. Met de lagere rentestand kan hij dan een levenslang pensioen krijgen van 9,7. De rentegevoelige beleggingen zorgen dus voor een tegenovergestelde beweging ten opzichte van de beweging in de rentestand.
Wat gebeurt bij een stijgende rente?
Rentegevoelige beleggingen werken goed bij een lage rentestand. Maar wat als de rente stijgt? Dan wordt de waarde van de belegging minder waard. Er moet dus een beleggingsstrategie bedacht worden waarbij het negatieve effect van de rentegevoelige beleggingen wordt beperkt.