Geen partnerpensioen zonder samenlevingscontract
Het Hof Amsterdam heeft een belangrijke uitspraak gedaan over het uitkeren van het partnerpensioen. Een partner voldeed niet aan de voorwaarden dat er een notarieel samenlevingscontact is. Daardoor oordeelde de rechtbank dat deze partner niet kan worden beschouwd als een partner in de zin van het pensioenreglement. Daardoor werd er geen partnerpensioen uitgekeerd.
Wat was de situatie?
- X en zijn partner Y, woonden samen en kregen een dochter.
- Zij kochten samen een huis en sloten een hypothecaire lening.
- Bij de notaris lieten zij twee testamenten en een samenlevingscontract opstellen.
- Op 17 december 2013 stelde de notaris de concepten op.
- Op 21 januari 2014 zouden X en Y deze ondertekenen.
- Op 4 januari 2014 overlijdt Y.
- Y nam deel in de pensioenregeling van haar werkgever.
- In het pensioenreglement staat onder meer: Het partnerpensioen gaat in op de dag waarop de (gewezen) deelnemer overlijdt en wordt vervolgens uitgekeerd tot de dag waarop de nabestaande partner overlijdt.
- Om in aanmerking te komen voor het partnerpensioen moest sprake zijn van:
- een duurzame gemeenschappelijke huishouding die is vastgelegd in een notarieel samenlevingscontract en
- van schriftelijke aanmelding door de deelnemer van zijn partner bij het pensioenfondsfonds.
Waarom werd het partnerpensioen niet toegekend?
Het Hof bepaalde dat er het partnerpensioen niet uitgekeerd hoefde te worden, omdat er voor pensioenfondsen en pensioenverzekeraars geen twijfel mag bestaan wie in het geval van overlijden van een deelnemer als een partner in de zin van het reglement kan worden aangemerkt. Door de in het reglement opgenomen voorwaarde van een notarieel vastgelegd samenlevingscontract werd X niet gezien als partner in de zin van het pensioenreglement. Het pensioenfonds hoefde daarom niet over te gaan tot een uitkering van een partnerpensioen.
Advies voor werkgevers: informeer uw werknemers
Als werkgever is het goed werknemers te wijzen op de voorwaarden in het pensioenreglement over het partnerpensioen. Overigens kennen niet alle pensioenuitvoerders dezelfde voorwaarden voor het begrip partner. Er zijn ook regelingen waar een schriftelijke samenlevingsovereenkomst die niet notarieel is vastgelegd voldoende is om aanspraken op een partnerpensioen te krijgen. Of een uit de Basisregistratie Personen blijkende duur van een gezamenlijke huishouding van bijvoorbeeld twee jaar. Aanmelden van de partner is doorgaans wel een voorwaarde.