Is een eenzijdige aanpassing van de werknemersbijdrage toegestaan?
De kosten worden in de meeste pensioenregelingen verdeeld tussen werkgever en werknemers. We komen hierbij tal van verdelingsvormen tegen. Veel voorkomende zijn:
- de werknemers betalen een vast percentage van de pensioengrondslag;
- er vindt een jaarlijkse herrekening plaats van het percentage van de pensioengrondslag op basis van een vaste verdeling;
- de werkgever betaalt een vast percentage van de pensioengrondslag en de werknemers betalen de rest.
Mag een werkgever eenzijdig de verdeling van de pensioenlast wijzigen?
Over deze vraag hebben zich de afgelopen jaren tal van rechters gebogen. Bijvoorbeeld de rechtbank Oost-Brabant op 28 mei 2015. In deze casus wijzigde de werkgever eenzijdig de bijdrage van de werknemers in de pensioenregeling. Tot 1 januari 2014 betaalden de werknemers niet mee aan de regeling. Vanaf die datum wordt de verdeling opgetrokken naar een 1/3 werknemers- en 2/3 werkgeververdeling. Door de invoering van deze eigen bijdrage gingen de werknemers er dus financieel op achteruit. De ondernemingsraad stemde overigens in met deze wijziging nadat een meerderheid van de medewerkers positief was over het akkoord.
Een aantal werknemers stapten vervolgens naar de rechter en stelden dat de werkgever de werknemersbijdrage niet eenzijdig had mogen wijzigen. Zij eisten alsnog uitbetaling van het te weinig ontvangen loon.
Welke criteria bepalen of de eenzijdige aanpassing is toegestaan?
De rechter achtte drie vragen van belang nu er geen wijzigingsbeding in de zin van art 7:613 BW was opgenomen.
- Is er sprake van gewijzigde omstandigheden die voor de werkgever reden kunnen zijn on een wijziging van de overeenkomst voor te stellen?
- Is het voorstel tot wijziging van de overeenkomst in het licht van alle omstandigheden van het geval redelijk?
- Kan aanvaarding van de wijziging in redelijkheid van de werknemer worden gevergd?
Vraag 1 werd voor de rechter voldoende onderbouwd waardoor deze bevestigend kon worden beantwoord. Het antwoord op vraag 2 is volgens de rechter negatief. Het feit dat de wijziging aanzienlijke gevolgen had voor het nettoloon van de werknemers is voor de rechter erg belangrijk. Ook is volgens de rechter niet gebleken dat het bedrijf zonder deze aanpassing in de financiële problemen zou zijn geraakt. Aangezien het hier dus niet om een ultimum remedium bleek te gaan, kon de wijziging niet in alle redelijkheid van de werknemers worden verwacht.
Oordeel over eenzijdige wijziging werknemersbijdrage per situatie
De afgelopen jaren hebben rechters zich regelmatig gebogen over de vraag of de premieverdeling eenzijdig gewijzigd mocht worden. In een aantal gevallen werd de wijziging gehonoreerd door de rechter. In deze zaak besliste de rechter echter in het nadeel van de werkgever, met als belangrijkste argument de verlaging van het nettoloon van de werknemers. Hieruit blijkt maar weer eens dat een eenzijdige wijziging geen eenvoudig traject is waarbij redelijkheid en billijkheid een belangrijke rol spelen.