Nieuwe pensioenwet en de gevolgen voor de pensioenregeling van jouw bedrijf
Er komt in 2023 een nieuwe pensioenwet. Dit is het gevolg van het pensioenakkoord uit 2019. Veel werkgevers zijn er al mee bezig. De pensioenadviseurs van pensioen.com moedigen dit aan. Want door op tijd te beginnen met de oriëntatie, kom je later niet in tijdnood.
Advies nieuwe pensioenwet aanvragenHoe zit het Nederlandse pensioenstelsel in elkaar?
Het Nederlandse pensioenstelsel is het meest solide ter wereld is. Dit komt door de AOW. Deze is relatief laag en een basisvoorziening voor iedereen. De AOW van onze ouders en grootouders wordt direct betaald uit de belasting die wij als werkenden betalen. Bovenop deze AOW is er pensioen. Dit pensioen is echt een pot geld van werknemers voor later. Er wordt veel geld geïnvesteerd en dat geld is gereserveerd wordt voor je latere pensioen.
In Nederland komt 80% van de werknemers in aanmerking voor een verplicht pensioenfonds. Er is een regeling getroffen waarbij je met alle werknemers in de branche een grote pensioenpot hebt. Daarvan moet elke werknemer uiteindelijk zijn pensioen ontvangen.
Is er geen verplichte aansluiting bij een pensioenfonds? Dan bepaalt de werkgever zelf of en hoe hij pensioen wil aanbieden aan de werknemers. Als dit aangeboden wordt dan brengt de werkgever dit onder bij een verzekeraar of andere pensioenuitvoerder. Het kenmerk van zo’n pensioenregeling is dat je als deelnemer een eigen pensioenpot hebt en niet een gezamenlijke pot zoals bij een verplicht pensioenfonds. Deze eigen pensioenpot zorgt uiteindelijk voor een levenslang maandelijks pensioen na je pensioendatum.
Waarom passen we het meest solide pensioenstelsel ter wereld aan?
De afgelopen 12 jaar is de druk op het pensioenstelsel bij pensioenfondsen groter geworden. Dit komt vooral door de wettelijke berekeningsmethode voor de beloftes die pensioenfondsen aan de deelnemers doen. Dit noemen we de dekkingsgraad. Bij de berekening van de dekkingsgraad wordt de rentestand gebruikt als maatstaf voor het toekomstige rendement van de komende 100 jaar. De lage rentestand is voor deze berekening dramatisch. Daardoor lijkt het dat toekomstige pensioenen niet uitbetaald kunnen worden. Want de dekkingsgraad is dan onder de 100%. Dit fictieve rendement in de berekening staat echter niet in verhouding tot de werkelijke rendementen die pensioenfondsen behalen.
Een alternatieve maatstaf voor het rendement in de berekening van de dekkingsgraad had de oplossing kunnen zijn. Maar er is een andere oplossing gekozen in het pensioenakkoord.
Wat zijn de hoofdlijnen van het pensioenakkoord?
Minder garanties
Er komen minder garanties voor werknemers. Want op dit moment beloven de meeste pensioenfondsen een maandelijks bedrag dat ze gaan uitkeren na pensioendatum. Uiteraard moet er dan voorzichtig met de pensioenpot omgegaan worden en moeten er buffers zijn. Door het weghalen van garanties kunnen de buffers kleiner worden en kan de pensioenpot ook anders belegd worden. Het toekomstige pensioen gaat daardoor mee met de economische ontwikkelingen.
Geen verschil meer tussen jong en oud
Bij pensioenfondsen betaalt iedere werknemer straks eenzelfde percentage over het pensioengevend deel van het salaris, ongeacht de leeftijd. Eigenlijk financiert een jongere werknemer in de huidige situatie een deel van het pensioen van een oudere werknemer. Vroeger was dat minder een issue omdat werknemers vrijwel nooit wisselden van werkgever en/of branche. Nu is dat anders. Van de premie die een jongere betaalt in een pensioenfonds gaat dus in de toekomst een groter deel naar deze jongere. Als deze jongere ouder wordt dan bouwt hij dus wel minder pensioen op.
Andere maatregelen uit het pensioenakkoord
- Vereenvoudiging van berekening van het nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum.
- Opnemen ineens van 10% van je pensioen bij pensionering.
- Demping van de AOW-leeftijd. 1 jaar langer gemiddeld leven is 8 maanden later AOW. Dit was een 1-op-1-koppeling.
Pensioenakkoord heeft ook gevolgen voor werkgevers met een eigen pensioenregeling
De belangrijkste punten van het akkoord zijn bedoeld om de problematiek bij pensioenfondsen op te lossen. Maar de regelgeving gaat ook gelden voor de pensioenen bij werkgevers met een eigen pensioenregeling. Deze regelingen kenden eigenlijk helemaal geen problemen, maar worden nu wel gedwongen om mee te gaan met de wijzigingen.
Welke overgangsmaatregelen voor het pensioenakkoord komen er?
Pensioenfondsen moeten een transitieplan maken en voor werkgevers die een eigen regeling hebben bij een verzekeraar of andere pensioenuitvoerder moet er in de vier jaar na ingang van de wetgeving een regeling staan die voldoet aan de nieuwe regels.
Als er sprake is van een verplichtstelling vanuit een pensioenfonds dan maken de sociale partners afspraken over de nieuwe pensioenregeling. Is er geen verplichtstelling, dan mag je de nieuwe regeling zelf inrichten. Dit gebeurt natuurlijk wel in samenspraak met de individuele werknemer, werknemersvertegenwoordiging of de ondernemingsraad.
Bij een eigen pensioenregeling in de vorm van een beschikbarepremieregeling zijn er de volgende twee mogelijkheden voor het aanpassen aan het pensioenakkoord:
- Werknemers in dienst voor introductie van de wetgeving blijven in de bestaande regeling en nieuwe werknemers krijgen dan een regeling die voldoet aan de nieuwe wetgeving. Binnen je bedrijf heb je dan twee regelingen waarvan 1 regeling in de loop van de tijd zal leeglopen.
- Alle werknemers gaan naar een nieuwe regeling die voldoet aan de nieuwe wetgeving. Alle werknemers hebben dan dezelfde regeling, maar voor werknemers die al in dienst waren voor de introductie van de wetgeving zal gekeken moeten worden naar een vorm van compensatie als de oude pensioenambitie hoger was dan na de verandering.
Voor werkgevers die nog een middelloonregeling hebben bij een verzekeraar, zijn er nog andere mogelijkheden.
Onafhankelijk pensioenadvies bij het pensioenakkoord
De transitie bij werkgevers met een eigen regeling is afhankelijk van de huidige regeling, opbouw van de werknemerspopulatie, budget en visie. De komende jaren begeleiden wij werkgevers bij het maken van keuzes en de aanpassingen. Belangrijk onderdelen zijn ook de arbeidsovereenkomst, communicatie en inzicht in de veranderingen.
Het pensioenakkoord lijkt een verbetering. Voor medewerkers en werkgevers wordt het makkelijker te begrijpen. Zeker als nog een oplossing wordt gevonden voor de dubbele contracten.
Het is de bedoeling dat je pensioenregeling uiterlijk 1 januari 2028 is aangepast. Er is dus nog voldoende tijd. Maar door nu al te beginnen met de oriëntatie, kom je later niet in tijdnood. Als jouw pensioencontract afloopt en verlengd moet worden, is dit het moment om alvast de impact van het nieuwe pensioenstelsel te beoordelen. Daarnaast moet toch gewacht worden op de wetgeving omdat onze ervaring is dat er nog zaken ingrijpend anders kunnen uitpakken in een wet.
Adviesgesprek nieuwe pensioenwet