Pensioenknip

Pensioenknip

Bij een pensioenknip wordt op de pensioendatum niet direct het gehele beschikbare kapitaal aangewend voor een levenslange pensioenuitkering, maar wordt het pensioen in eerste instantie tijdelijk aangekocht voor een periode van maximaal 5 jaar. Het resterende pensioenkapitaal wordt uitgesteld. Hiermee wordt na afloop van de tijdelijke periode het levenslange pensioen aangekocht.

Pensioenknip was een tijdelijke maatregel

Deze mogelijkheid bestond tijdelijk in de Pensioenwet om tegenvallende beleggingsresultaten tegen te gaan. Inmiddels zijn er nieuwe mogelijkheden voor een variabele pensioenuitkering.

Variabele pensioenuitkering

Als een werknemer met pensioen gaat, dan moet hij of zij met het opgebouwde pensioenkapitaal een pensioen aankopen. Hoeveel men kan aankopen, hangt onder meer af van de marktrente. Een lage marktrente leidt tot een relatief laag pensioen. Sinds 1 september 2016 mag daarom het opgebouwde pensioenkapitaal doorbelegd worden als de werknemer al met pensioen is. Elk jaar wordt dan een deel van het opgebouwde pensioenkapitaal in beleggingen gebruikt voor de pensioenuitkering in dat jaar.

Offerte persoonlijk financieel advies